The Forest School
1926, Moskou: psychiater Groenja Soechareva ziet talent in de “andersheid” van elf kinderen die ten
onrechte als mislukt worden afgeschreven. Tegen de repressieve Sovjetpolitiek in richt ze in het
geheim The Forest School op, een afgelegen sanatorium waar de kinderen volwaardig kunnen leven.
Haar revolutionaire bevindingen, die de term “autismus” introduceren, worden de Sovjet-Unie
uitgesmokkeld. Helaas wordt haar werk gecensureerd en wordt Soechareva naar de goelag
verbannen, waarna ze uit de geschiedenis verdwijnt.
2026, een eeuw later: theatermaker Thomas Janssens verzamelt 10 deelnemers met autisme op een
afgelegen locatie. Hij wil The Forest School opnieuw tot leven wekken en zijn eigen diagnose een
plaats geven. Wat als Groenja haar werk had kunnen voortzetten? En wie waren de elf kinderen; hoe
verging het hen? Een onderzoek, performance én experiment, volledig gedocumenteerd, een jaar
rond. Wie bepaalt de norm? Wat gebeurt er als labels verdwijnen? Wat gebeurt er als de grens
tussen werkelijkheid en performance vervaagt? Kan de mens de fouten uit het verleden corrigeren?
En zal de wereld de idealen van The Forest School omarmen?
Samen met een ensemble van neurodivergente spelers, beloven Evelien, Thomas en Tanya een
voorstelling die anders doet kijken naar verschil en ruimte creëren voor iedereen!
Ik noem jou
IK NOEM JOU is een sterke vertelling van de geschiedenis van de twintigste eeuw, Marit Stocker en Hartenspelers uit Marokko, Iran, Turkije en Armenië spelen. Een verhaal over hoe ongewild geschiedenis ons vormt en dat we daarom de geschiedenis nooit mogen vergeten. Sofie Decleir en de Hartenspelers gaan samen de dialoog aan en spelen IK NOEM JOU waarbij ze elkaars geschiedenis beschrijven en ontdekken dat er in alle verschillen veel raakpunten zijn. Vertrekpunt van deze voorstelling is de eigen geschiedenis van theatermaker Marit Stocker en het leven van haar Joodse voorouders, de familie Israëls, waaronder de schilders Jozef en Isaac Israëls. Haar overgrootmoeder, Henriette Israëls vluchtte tijdens de tweede wereldoorlog naar Zwitserland en stichtte daar een nieuw gezin. Bij terugkomst in Amsterdam was haar hele familie gedeporteerd naar verschillende concentratiekampen zonder enige kans op overleven. Het schuldgevoel dat deze vrouw met zich meedroeg weegt generaties later nog steeds door. Marit Stocker kijkt in IK NOEM JOU dit trauma recht in de ogen en schrijft aan de hand van haar familiegeschiedenis een verhaal waarin discriminatie, rascime en rassenhaat – meer dan termen – hartverscheurend zijn en mensen tekenen voor de rest van hun leven. Vanuit haar geschiedenis reflecteert Marit Stocker naar de Hartenspelers van HETGEVOLG, mensen van over de hele wereld die elk hun verhaal meedragen en laten zien hoe geschiedenis dikwijls ongewild hun levensloop heeft bepaald. Hoe ze omgaan met die geschiedenis en wat hen kwetsbaar en weerbaar maakt. In IK NOEM JOU beschrijft Marit Stocker een nieuw gevoel van verbinding van haar leven met het verloop van de geschiedenis. Zelden zal een verhaal ervoor zorgen dat het landschap waarin het zich afspeelt en de mensen die er in wonen, zo verankerd raken in de harten van het publiek als dat bij IK NOEM JOU HETGEVOLG laat verschillende stemmen en visies aan het woord, we zijn een plek waarin alle stemmen veilig aan bod moeten komen. Zo stellen we ons kwetsbaar op. Dat is HETGEVOLG.
Schoolvoorstelling 3de graad
Wit is altijd schoon
Isabelle Van Hecke (gekend van: Nonkels, De ideale wereld, Albatros…) gaat samen met
regisseur Stefan Perceval aan de slag met een beklijvende tekst over afscheid en ontdekken,
over samen en alleen.
Een opgewekte roman over rouw, afkomst en taal. Kan dat wel? Wie de roman Wit is alijd
schoon van Leo Pleysier heeft gelezen, kent het antwoord. In een buitengewone heldere en
lichtvoetige taal beschrijft Pleysier de complexe gevoelens van een zoon voor zijn overleden
moeder, die hem heel lang bedolven heeft onder haar gepraat. Het levert een warm en
liefdevol portret op van de moeder.
Allee, vooruit.
Pakt die lakens van grotemoe dan maar als ge dat liever ziet.
En als mijn grijs kleed daar beter bij past.
Ik vind dat feitelijk zelf ook vele schoonder: wit.
Gewoon wit.
Dat past vele beter bij mijn kleed.
Ge hebt er geen gedacht van waar dat die begrafenisondernemers tegenwoordig mee
aHomen mee al dat purper en mee die synthe:sche rommel.
Zegt straks maar tegen den Dest dat ik dat purper gedoe niet meer op mijn lijf wil hebben.
Dat ‘m zijn lijkwade maar terug mee naar huis pakt want dat ik veel liever opgebaard lig in
mijn eigen lakens.
Ge hadt groot gelijk. Ik zie het nu zelf ook.
Het is beter dat ge dat veranderd hebt.
Van purper naar wit.
Ik dacht dat jij
IK DACHT DAT JIJ. Naar het boek van Joke van Leeuwen
HETGEVOLG in co-productie met HET LAATSTE BEDRIJF
Topacteur Stefaan Degand (gekend van: Maestro Degand, De slimste mens ter
wereld, De ronde,…) geeft een eigen stem aan een man die op zoek wil gaan naar
zijn dochter, die hij vanaf haar zevende niet meer heeft gezien, en met machteloze
macht probeert zijn vrouw lief te hebben. Hij lijkt zichzelf ervan te willen overtuigen
dat hij met reden woedend en jaloers kan worden, en dat terwijl hij haar regelmatig
toevertrouwt zoveel van haar te houden. En ze kunnen toch lachen samen? Dan is
alles toch goed?
Zo mooi als de liefde begon, zo sijpelen de dreiging en beklemming meer en meer
door in dit juweel van een verhaal, dat vol vaart op een onontkoombaar maar
onverwacht einde afkoerst.
IK DACHT DAT JIJ – naar het boek van Joke van Leeuwen.
Walden
“Ik ben er in mijn binnenste van overtuigd dat het meeste wat mijn buren goed noemen slecht is, en als ik ergens spijt van heb, is dat waarschijnlijk mijn goede gedrag. Van wat voor duivel was ik bezeten dat ik me zo goed gedroeg?” -uit ‘Walden’, Henry David Thoreau Geïnspireerd op het gelijknamige boek van Henry David Thoreau schrijft Jonas Vermeulen met Walden een nieuwe tekst voor een personage dat het kwaad van de wereld in zijn buren herkent. Zowel zijn linker- als rechterbuur vormen, volgens hem, de bron van de ondergang van de wereld. Hij ziet hen zich dag in dag uit inspannen om oplossingen te vinden voor hun problemen, om het zich nog comfortabeler te maken of om zich te amuseren, maar hij stelt zich vragen bij hun bedrijvigheid. Na zich jarenlang te hebben gedragen spuwt hij zijn gal en vraagt hij zich af wat wijzer is: de confrontatie aangaan of zich terugtrekken? En ligt de oplossing voor een meer harmonieuze relatie met onze omgeving in nog meer actie ondernemen of valt er eer te halen in afstand nemen? Walden is een solovoorstelling gespeeld en geschreven door Jonas Vermeulen. Een tekst op rijm geschreven, een tirade die flirt met de muzikaliteit van Slam Poetry. Een grillige monoloog die uitmondt in een beeldende performance die de rust brengt die onze omgeving ons kan bieden.
Orlando
29 mensen staan op de scène. Ze hebben de tijd van hun leven; ze feesten de benen van hun lijf. We volgen tien koppels die elk een eigen verhaallijn met zich meebrengen. Het interessante aan deze koppels is dat ze gelinkt zijn aan elkaar en estafette gewijs met elkaar in contact komen. We zien de liefde in al zijn kleuren maar ook het geweld dat kan ontstaan binnen liefdesdynamieken. We zien dezelfde pijnen, dezelfde lusten, dezelfde onkunde die een mans drijft als waren we in een cafe ‘om den hoek’. De personages zijn zoekende en willen gevonden worden. Ze willen erkenning… om wie ze zijn.
Duurtijd: 75′
Kunnen we elkaar een beetje graag zien?
Wie is niet graag verliefd? Wie houdt nu niet van de liefde? Een warme glimlach, een diepe blik, een zachte aanraking… en dan één woord en het is om zeep.
Niets is zo universeel als de non-verbale taal van de liefde. Tot het gesproken woord zijn intrede doet en alles nodeloos complex maakt. Kunnen we elkaar een beetje graag zien? is een muzikale burleske voorstelling in verschillende tableaus waarin de personages van Eva Kamanda en Stijn Van de Wiele wanhopige pogingen doen om elkaar de liefde te verklaren, van elkaar te houden, elkaar aan te raken, elkaar te begrijpen, elkaar te overtuigen, zichzelf te heruitvinden, terwijl ze voortdurend op een verschillend spoor lijken te zitten. Ze slagen er maar niet in om op een goede manier met elkaar te communiceren en praten meer naast elkaar dan met elkaar. De muzikant die getuige is van hun moeizame zoektocht naar elkaars hart doet verwoede (muzikale) pogingen om hen te helpen, maar botst op een muur van onwil, koppigheid en competitiviteit.
Deze voorstelling is een kruising van de vooroorlogse stomme cinema en het naoorlogse theater van het absurde. De personages maken gebruiken van muziek, clownerie, tekst, mime, grimassen en stiltes om hun onvermoeibare zoektocht naar liefde uit te drukken.
Avondvoorstelling aangeboden aan scholen : 3de graad secundair
Duurtijd: ’75
After Work
Leven of geleefd worden? Een vraag waarmee millennials voortdurend worstelen. Ze streven en zoeken naar een evenwicht dat ze maar niet lijken te vinden.
Tom en Karolien geven het in elk geval niet op. Als jonge werkende ouders proberen ze krampachtig terug controle te krijgen over hun leven. Hun wapens? Slogans op hun T-shirts als ‘Moet just niks!’ en ‘Supermom’ terwijl ze lekker doorzakken op de afterworkborrel. Want ergens, tussen de gin-tonics, wanhopige gedachten en verloren blikken, hopen ze bevestiging te krijgen dat zij het nog zo slecht niet doen. Ze negeren het gevoel dat het gras groener lijkt bij de kinderloze buren en zoeken bevestiging bij andere millennials wiens relaties bezweken onder druk van kinderwensen en de daaruit volgende drukke kinderen.
Ze denken dat ze het mooi voor elkaar hebben tot het vangnet van de samenleving faalt en de ouders, Luc en Marleen, moeten komen helpen. Deze rusteloze pensionado’s met hun elektrische fietsen laveren tussen ‘zin’ en ‘zinloos’, tussen oud worden en oud zijn, tussen ongemakkelijke stiltes en oneindige spraakwatervallen, tussen zichzelf wegcijferen en de eindeloze drang om nog iets te betekenen. De ouders komen aandraven met hun problemen en zoeken het grote gelijk bij dochterlief of schoonzoon. En dan kan je je de vraag stellen: wie vangt nu eigenlijk wie op?
“After Work” is een messcherpe, humoristische blik op generaties die komen, die er al waren, en vooral diegenen die maar blijven gaan…en gaan… en gaan.
Duurtijd: 75′
Tot de dood ons scheidt
Er is niets dat harder bij het leven hoort dan de dood. Vroeg of laat komen we allemaal te gaan. En als we gaan, komen onze dierbaren bij elkaar om afscheid te nemen, om verdriet en gemis te delen. De dood brengt mensen bij elkaar. Zo ook in TOT DE DOOD ONS SCHEIDT.
Na de plotselinge dood van de oudste broer, Rudy, komt de familie bij elkaar om rond het lichaam te rouwen en de begrafenis voor te bereiden.
Dat de familie elkaar al erg lang niet gezien heeft, dat oude vetes nooit zijn bijgelegd, dat er al jaren niet wordt gesproken met elkaar… dat wordt ineens allemaal vergeten. Want een bloedband is iets bijzonders en vooral, bloed kruipt waar het niet gaan kan. Toch?
Na het succes van POUPEHAN produceert Het Laatste Bedrijf een nieuwe voorstelling met De Mannschaft. TOT DE DOOD ONS SCHEIDT is een tragikomische voorstelling over het leven zoals we dat allemaal kennen, over familie, over messen in ruggen, over vergeten en vergeven, over verdriet, over dromen, over schijnheiligheid, over broers en zussen, over de kleine en de grote dingen in het leven, over oude koeien, over de dingen die gaan komen, maar vooral over de dingen die komen te gaan.
Met TOT DE DOOD ONS SCHEIDT wordt de lijn van POUPEHAN doorgetrokken. Heerlijke humor in een frisse enscenering en een wervelende tekst, gespeeld door toppers.
Duurtijd: 75′